maandag 28 april 2008
Points of interest
Meivakantie leidt tot vakantiegerelateerde HIDSgedachten. In die categorie het volgende idee. Elke zichzelf respecterende stad heeft inmiddels een rondleiding op toeristisch gebied. Per GPS kun je vastgelegde informatie oproepen – een simpel push-model. De toerist wordt met een ontvanger de straat op gestuurd, de ontvanger stuurt met gerichte aanwijzingen langs een wandelroute. Voordeel is dat je geen gids van vlees en bloed hoeft mee te sturen. De initiële investering is weliswaar hoog (informatie verzamelen, geschikt maken voor een dergelijke manier van beschikbaarstellen, en vervolgens apparaten aanschaffen), maar daarna kun je de rondleiding keer op keer laten lopen zonder dat je meer hoeft te doen dan af en toe bijwerken.
Het blijft een web 1.0 oplossing: een gedigitaliseerde reisgids met als enige echte toevoeging dat die op het juiste moment de relevante informatie uitspuugt. Zodat je niet meer de verkeerde tekst bij de verkeerde kerk of straathoek opleest – je kunt zelf reddeloos verdwaald zijn, dat apparaat vertelt je feilloos waar je zit. Het spontane gaat er zo echter wel van af. Iedereen die wel eens in een vreemde stad rondgelopen heeft weet dat je net om de hoek van de route soms juweeltjes tegenkomt. Als dat stukje niet in de gids beschreven staat, kom je er nooit achter wat het is.
Anderzijds zijn er rondleidingen van zogenaamde ‘stadsgidsen’; mensen die zich verdiept hebben in de geschiedenis van hun eigen woonplaats, en ook nog wel weten te vertellen hoe dat ene grachtenpand heet dat je interesse wekt als je van het ene naar de andere ‘highlight’ wandelt. Maarja, dan ben je weer afhankelijk van het tijdstip waarop zo’n wandeling georganiseerd wordt.
Zou je die twee niet kunnen combineren? Laat elke bewoner van de stad vertellen over zijn ervaringen met de plaats waar hij woont. Bejaarden kunnen hun verhalen over vroeger kwijt, jongeren vertellen over ‘the place to be’ in het uitgaanscircuit, de stadsarcheoloog over vondsten op plekken waar hij gegraven heeft. Maak een grote database met al die informatie over elke hoek, elk pand en elk stukje straat in de stad, knip dat slim in stukken (XML!). Goed metadateren en dan beschikbaarstellen. Maak tot slot een slimme applicatie die zorgt voor wandelingen op maat.
Dan kan de toerist kiezen. Natuurlijk de traditionele kerkenwandeling (langs alle tot appartementen omgebouwde kerkgebouwen), de jarenzestigarchitectuurwandeling (door troosteloze buitenwijken), de oorlogsmonumentenwandeling. Maar als alles beschreven is, kies je met hetzelfde gemak voor de kroegentocht, de speeltuinenroute of de supermarktenrit (koppel daar de aanbiedingen van die dag aan!). En voor de avontuurlijken de ‘randomized walk’ – waarbij uit alle categorieën willekeurige onderwerpen door mekaar gemixt worden en je kriskras op de meest onefficiënte manier door de stad geloodst wordt.
Wie gaat de VVV’s dat concept verkopen?
vrijdag 18 april 2008
Quality first
In 'The cult of the Amateur' laat Andrew Keen geen spaan heel van het gros van de informatie op Web 2.0. Het probleem is, zo stelt hij, dat de kwaliteit van de informatie op internet zo moeilijk te achterhalen valt. En vaak bij 'mien van driehoog achter' vandaan blijkt te komen. Nu is dat voor 'nice to know' informatie niet zo heel erg. Maakt mij wat uit, of de nieuwste uitspatting van Paris Hilton nu echt gebeurd is of niet...
Het wordt al anders als je op zoek gaat naar informatie om een nieuwe blu-rayspeler aan te schaffen. Of een nieuw abonnement zoekt voor je mobiele telefoon. Omdat het je geld kost als je een verkeerde keuze maakt (en ergernis) ben je eigenlijk op zoek naar betrouwbare informatie over de opties die je hebt. Ziedaar de functie van vergelijkingssites.
Maar juist bij die vergelijkingssites schuilt soms een forse adder onder het gras. De recensiesites worden regelmatig vervuild, onder andere door marketeers die positieve berichten over hun producten (laten) posten. Daardoor wordt geloofwaardige en betrouwbare informatie de spreekwoordelijke speld in de hooiberg.
De tijd is rijp voor de herrijzenis van de TTP. Betrouwbaarheid, dat zou wel eens het belangrijkste issue van Web 3.0 kunnen worden...
maandag 14 april 2008
Ontwerpers en gebruikers
Een goede gebruikersinterface ontwerpen is nog niet zo simpel als het lijkt. Naast technische en esthetische overwegingen moet je namelijk ook nog rekening houden met zoiets als 'bedienbaarheid'. En dat compliceert de zaak; want als je daarvoor alléén naar de gebruiker luistert, krijg je niet noodzakelijk het meest effectieve ontwerp. Hoe je dat wel voor elkaar krijgt beschrijft Leonard Verhoef in zijn proefschrift 'Why designers can't understand their users'.
Een voorbeeld: de nummers op een toetsenbord. Wat is daarvoor de beste rangschikking? De meeste mensen kiezen intuïtief voor de rijstructuur (1-2-3-4-5 achter elkaar).
Terwijl dat bij het intikken van je pincode niet handig werkt. Welke structuur het handigst is hangt van de taak af. Als je alléén maar nummers in hoeft te voeren, dan is de 'blok' structuur het beste, waarbij de nummers in rijen van 3 boven elkaar staan. Die rangschikking past namelijk het beste bij je wijs-, middel- en ringvinger, de drie vingers die het meest geschikt zijn voor het invoeren van nummers. Als het gaat om taken waarbij je teksten én getallen door elkaar heen moet typen, dan is de rijstructuur weer het handigst. Daarom kent een standaardtoetsenbord ook alletwee de 'smaken' (behalve bij een laptop).
Verhoef is onder andere de ontwikkelaar van de treinkaartjesautomaten van de NS. Hij bekijkt interface-ontwerp vanuit de cognitieve psychologie. Zijn onderzoek toont aan dat 'psychologische' aandacht voor gebruikersaspecten leidt tot optimale gebruikerservaringen. Mensen vinden sneller het juiste antwoord op hun vraag, en maken aantoonbaar minder fouten bij het kopen van een treinkaartje uit de automaat.
Als je een optimale gebruikersinterface wilt ontwikkelen, zo zegt hij, moet je dus niet 'blind' de gebruikerswensen volgen. De expertise van de ontwikkelaar hoort zich ook uit te strekken tot psychologische factoren. Alleen dán sluit je informatie en gebruiker naadloos op elkaar aan.
vrijdag 11 april 2008
Leve de expert!
In de documentaire over Wikipedia en aanverwante web 2.0 toepassingen ging het hard tegen hard. De documentaire was afgelopen maandag in VPRO's Tegenlicht te zien. De voorstanders van 2.0 benadrukken daarin het democratisch karakter van Wikipedia, en dat daardoor iedereen van alle verzamelde kennis ter wereld gebruik kan maken. Alle amateurs zijn bij elkaar wijzer dan die ene geleerde op het vakgebied. Jim Wales verwoordt die houding ergens halverwege de documentaire.
Interviewer: "Wat als een 17-jarige een lemma van een professor met 40 jaar ervaring wijzigt?"
Jim Wales: "Vaak heeft die 17-jarige gelijk."
Andrew Keen plaatst daar kanttekeningen bij. "Wat doe je", zo vraagt hij zich af, "als de amateurs het bij het verkeerde eind hebben? Is er daadwerkelijk een 'zelfreinigend vermogen' in de gemeenschap? Wat nu als er een collectieve blindheid is voor een waarheid als een koe?"
Ik moest gelijk denken aan het sprookje van Hans Christian Andersen. Web 2.0 verheft de mening van de massa langs de kant van de weg tot absolute waarheid. Ik hoop vurig dat Web 3.0 dat éne kind, dat de waarheid doorziet en uitspreekt, in ere zal herstellen...
maandag 7 april 2008
Spelfouten en zoekmachines
Martin Reynaert van de Universiteit van Tilburg is bezig met een oplossing die het beruchte spellingsprobleem bij een zoekmachine kan oplossen.
Dat probleem is als volgt: een pagina waarop een trefwoord verkeerd gespeld is, wordt in de zoekmachine geïndexeerd op die spelfout. Stel, je typt per ongeluk 'ftinkdier' in plaats van 'stinkdier'. Omdat de zoekmachine werkt met letter-voor-letterherkenning komt die 'ftinkdier'-pagina nooit meer tevoorschijn als je zoekt naar 'stinkdier'. Dat probleem speelt vooral bij het elektroniseren van grote hoeveelheden papieren teksten, zoals Ewoud Sanders onlangs uitlegde in de NRC. OCR is notoir spelfoutgevoelig. Bij een correcte herkenning van 99,9% zit het programma er per 1000 tekens toch nog 1 keer naast. Kan lastig zijn.
In NRC van afgelopen zaterdag schrijft Ewoud over Martin Reynaert: die heeft een slimme oplossing ontwikkeld voor juist dat probleem. Niet door een spellingchecker los te laten op de gescande teksten, maar door foutgespelde varianten toe te voegen aan de index in de database. Zodat je resultaatlijst van 'stinkdier' toch alle mogelijke varianten oplevert.
Een vraag houdt mij toch bezig. Want op deze manier groeit het aantal gepresenteerde treffers alleen maar verder aan. Waarmee de gebruiker uiteindelijk misschien wel een nóg groter probleem heeft. Dat oplossen lijkt dé uitdaging voor Web 3.0 te worden...
donderdag 3 april 2008
Slimme zoekmachines
Al een tijdje geleden heb ik mij aangemeld als 'bètatester' voor Twine. Twine claimt helemaal Web 2.0 te zijn. Hun dienst komt op het volgende neer: zij zorgen ervoor dat je bij een zoekactie op het web alléén de voor jou relevante treffers krijgt.
Dat is het 'semantisch web', zoals dat in vaktermen heet. Komt erop neer dat je zoekmachine naar de betekenis van je zoekterm gaat kijken, en niet alleen naar de letters die achter elkaar staan. Zodat zoeken naar 'computer' ook pagina's met 'pc' en 'laptop' oplevert, omdat de zoekmachine weet dat die er ook mee te maken kunnen hebben.
Google, fantastische zoekmachine, heeft namelijk precies dát probleem: het levert treffers waarin de ingevoerde zoekterm letterlijk voorkomt. Gevolg: bij de meeste zoekwoorden tienduizenden of zelfs miljoenen treffers. Waarvan niemand er meer dan zo'n 20 bekijkt. Inderdaad, de bovenste.
Het is inmiddels wat slimmer gemaakt (zoek 'hidsgehalte' en Google vraagt: bedoelde u 'humusgehalte'?). Hm, dat klinkt nog niet erg 'semantisch'. Bij andere zoektermen werkt het al wat beter. Zoek naar 'bank' en onderaan de pagina geeft Google heel zinnige suggesties voor verwante zoekacties. Maar eigenlijk wil ik dat Google die verwarring vantevoren oplost. Als ik 'bank' intik, zou ik graag zien dat mijn zoekmachine vraagt: "Om te zitten of om geld op te zetten?"
Het semantisch web staat tegenover Web 1.0 als de HSL tegenover de stoomtrein. Ik ben benieuwd wanneer die HSL-zoekdienst er is. En of dat Twine zal zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)